Week 12 – Ups and downs in southern New Zealand

The Catlins, etappe 1 naar Owaka (54 km) – woensdag 16 januari 2019

In de zonnige ochtend ontbijten we in de keuken waar ook de andere Nederlandse fietsers al bezig zijn. We kletsen wat en ontdekken dat zij dezelfde kant uit gaan als wij. We zullen ze dus nog wel een paar keer tegenkomen vandaag.

Als we bijna vertrekken ontdekt Nuttert dat zijn bril nog in de tent zit en deze is natuurlijk al ingepakt. Na deze korte onderbreking vertrekken we dan toch. De Scenic Southern route tussen Balclutha en Owaka is vrij druk met verkeer en ook flink wat vrachtwagens. Gelukkig slaan we na ca. 7 km af om via Kaka Point (een omweg) te fietsen. In Kaka Point is een zandstrandje waar een paar mensen aan het buiksurfen zijn. De stroming van de zee is sterk hier, dus overal staan weer waarschuwingen. Er blijkt zowaar een café te zijn waar we koffie kunnen drinken. Even later sluiten de Nederlanders (Gonnie en Piet) bij ons aan.

Na een uurtje fietsen we verder naar Nugget Point; een veel gefotografeerde plek in NZ met een vuurtoren. Onderweg zien we meer verlaten strandjes en ook toevallig nog 3 zeeleeuwen. Na een korte maar stevige klim arriveren we bij een parkeerplaats. Nugget Point is nog 900 meter lopen en Nuttert heeft met zijn fietsschoenen aan daar niet zo’n zin in. Nicole gaat alleen. Onderweg zijn er in de diepte ook nog zeehonden te zien en vooral duidelijk te horen. Dat blijft toch spectaculair.

Na wat foto’s gemaakt sluit ze weer aan bij Nuttert en we vervolgen de reis. Het wordt iets heuvelachtiger en lijkt wel wat op Ierland. In Owaka zijn veel plekken om te overnachten, en daar zit ook een camping bij. De receptie is pas over 1,5 uur open, dus we gaan eerst een smoothie/milkshake drinken in het dichtbij gelegen café en doen boodschappen. In de winkel komen we Gonnie en Piet weer tegen, die ook bij dezelfde camping uitkomen.

Terug bij de camping zetten we onze tent neer. Er is pas warm water (om te douchen) tussen 18.00 – 22.00 uur. Ze stoken hier nog op kolen. Het stookhuis is dichtbij de tent en de geur van kolen hangt in de lucht ‘s avonds.

The Catlins, etappe 2 naar whistling frogg camping (38 km) – donderdag 17 januari 2019

Omdat we een relatief korte dag hadden deden we het ‘s ochtends rustig aan met een lang ontbijt. Het is half twaalf als we na het doen van de laatste boodschappen, de komende drie dagen zijn er geen winkels meer, op pad gaan.

De eerste kilometers gaan nog prima, maar na 10 km dient de eerste “Hill” aan: gemiddeld 10% en 260 m hoogteverschil. Gelukkig is de weg niet te druk. Onderweg stoppen we nog om even een uitstapje te maken naar een sprookjesachtige waterval. Het voetpad er naartoe gaat door een native bos; het lijkt wel een jungle. Hierna komen we door een buurtschap waar we een kop koffie zouden kunnen halen, maar helaas moest de barista weg en is er niets te krijgen. Dus dan maar weer door, de camping is niet ver meer (maar wel twee heuvels verderop).

Op de camping maken we gelijk een eetafspraak in het cafe; we willen de nabijgelegen grot (cathedral cave) nog bezoeken en dat kan alleen met laag water. En dat is omstreeks etenstijd. Dus vroeg eten (wat erg lekker was) en door naar de grot. Dit doen we op de fiets, het is nog wel een stuk, eerst heuvel af en daarna weer heuvel op – je blijft hier lekker bezig!

De grot is in de loop der tijd uitgehold door de zee en nu ca 100 m diep. Je ziet de verschillende bodemlagen mooi terug in de wanden.

Nadat we terug zijn bij de camping is het cafe nog open. We hebben nog wel zin in een toetje, dat hebben we wel verdiend: Nicole kiest een overheerlijke rabarbercrumble en Nuttert voor chocolade ijs. Na nog een craft biertje duiken we de tent weer in.

The Catlins, etappe 3 naar Curio Bay (33 km) – vrijdag 18 januari 2019

Weer een kort fietsdagje dus we starten rustig op. In de keuken praten we met een vader en zoon die net een tweedaagse wandeling op Stewart Island hebben gedaan. De vader had nog flinke spierpijn.

Op de fiets is het weer stevig aanpoten (en zweten) met veel stukken op-en-neer. Sommige stukken omhoog zijn zeker 10% stijging. Er zit een heuvel van ca. 200 meter bij, maar die gaat relatief makkelijk. Na 23 km hebben we een korte stop bij de Niagara watervallen van NZ; een platte waterval :). Bij het gelijknamige café drinken we koffie, waar we aan de praat raken met een Duits meisje die bijna op hetzelfde moment dezelfde route in het Noorden heeft gereden. Zij is echter via de westkust gereden op het Zuiderlijk eiland.

Nog 9 km richting de kust en we zijn bij Curio Bay. Een plek met veel wildlife, maar nog veel belangrijker een plek met een versteend bos. Deze is alleen met laag water te bekijken, vandaar dat we hier op de camping gaan staan. Rond 19.00 uur is het pas eb.

We wassen weer onze kleren (deze beginnen zo langzamerhand wel wat te verkleuren) en verkennen de omgeving wat. In de baai zwemmen Hectors dolfijnen, de kleinste soort. Door het rimpelige water zien we helaas de rugvinnen niet.

Na het eten gaan we op zoek naar het versteende bos. Dit is een heel bijzonder stuk rotsen. Eerst zie je niet goed waar je naar moet kijken, maar dan zie je allerlei strepen op de rotsen van bovenaf. Allemaal omgevallen boomstammen. Als je over de rotsen heenloopt zie je dat er tientallen versteende boomstronken staan met in de kern nog de houtnerven. Ongelooflijk als je weet dat dit 170 miljoen jaar oud “hout” is waar je naar kijkt.

We lopen nog weer naar de baai met dolfijnen en zitten op een klif. Het zonlicht geeft prachtig licht zo aan het einde van de dag en wij speuren naar dolfijnen. Uiteindelijk zien we er ééntje redelijk dichtbij langskomen. Het lukt echter niet om deze op de foto te krijgen. Mogelijk ziet Nuttert daarna ook nog een zeeleeuw.

Opnieuw lopen we weer terug naar een uitzichtpunt op het stukje kust met het versteende bos. Daar komen s’avonds ook geeloog pinguïns aan land. Er staan veel mensen vol spanning om zich heen te turen. Zowel vanaf de klif als op de rotsen zelf. Er komen voorzichtig twee paar pinguïns aan land. Voortdurend waakzaam en als ze geluiden horen staan ze stil en wachten af. Ze lopen weer verder als het veilig is. We voelen ons beide er niet meer fijn bij om met zoveel mensen naar 4 pinguïns te kijken. Dus gaan we maar naar de tent.

De weersverwachting voor morgen belooft niet veel goeds, dus wellicht blijven we nog een extra nachtje en hebben we misschien meer kans op dolfijnen.

The Catlins, slotrit naar Invercargill (89 km) – zaterdag 19 januari 2019

Met de wekker op 7 uur gezet checken we gelijk het weerbericht: het lijkt qua wind met een msgige noordwestenwind nog rustig te blijven tot de late middag, wel zal het aan het eind van de ochtend gaan regenen. Voor de komende dagen is en een “severe weather alarm” met veel wind (120 km/h uit het westen) en veel regen. Omdat we dat niet willen afwachten besluiten we om gelijk op pad te gaan naar Invercargill (wat westelijk van ons ligt), waar we dan in een hotel gaan.

Nicole gaat de tent uitruimen en Nuttert maakt het ontbijt. Daarna wordt de tent opgeruimd en met een uurtje zijn we onderweg. Het blijft niet lang droog, na een half uurtje fietsen begint het te spetteren. En de rest van de dag zal het niet echt meer droog worden…

Bij het enige cafe onderweg, in Fortrose, hebben we een koffiestop (terwijl we binnen zitten is het gestopt met regenen). Hier is ook de camping waar we eerst van plan waren te blijven, maar deze is volledig onbeschut. We blijven hier dus niet!

Weer onderweg begint het weer te regenen. En terwijl Nicole flink aan het doortrappen is, heeft Nuttert niet zijn dag. Maar we komen uiteindelijk in Invercargill aan. Het is een wat verlopen stadje, veel lege winkels, maar wel met voldoende hotels. De eerste die we kiezen blijkt net volgeboekt te zijn, maar de volgende heeft nog een mooie kamer met spa! Kunnen we weer wat opwarmen…

Na het badderen gaan we in de stad eten. Ondertussen is het weer flink verslechterd, we waaien bijna van de stoep af!! Het is droog als we terug lopen, maar ‘s nachts gaat het flink tekeer; goed dat we hier een paar nachtjes blijven.

Storm in Invercargill – zondag 20 januari 2019

Na een stormachtige nacht met windstoten van orkaankracht staan we laat op. We ontbijten bij een druk cafeetje in de buurt (Batch), waar op de zondagochtend veel vrienden, families en toeristen zitten.

Ons volgende bezoek brengen we aan het motorcycle mecca. Een museum met vintage motorfietsen. Dit doel had Nuttert gisteren door de regen en de wind geholpen. Het blijkt vooral een verzameling te zijn, zonder veel samenhangende informatie. Per motorfiets wordt wel iets uitgelegd over het betreffende exemplaar, maar niets over technische ontwikkelingen of de concurrentie tussen Harley Davidson en Indian. Gelukkig kan Nuttert daar zelf als liefhebber nog wat over vertellen. In een documentaire wordt nog wel iets verteld over John Britten; een inwoner van Invercargill die een motor had ontworpen die zich kon meten met Ducati en Honda. Met de Britten werden wedstrijden gewonnen, maar kwam ook een rijder om bij de race Island of Man. Helaas overleed John Britten rond z’n veertigste aan huidkanker. Daarnaast is er ook een beetje aandacht voor Burt Munro, een Nieuw-Zeelander die het wereld uur record onder 1000 cc heeft verbeterd met een zelfaangepaste Indian motor. Er is een film over zijn leven gemaakt “the world fastest Indian”(2005).

Omdat het opnieuw hard regent blijven we voor een kop koffie. Bij de I-site daarna halen we wat informatie over de ferry naar Stewart Island. Een mogelijke optie voor de komende dagen. Afhankelijk van het weer. Via de supermarkt lopen we terug naar het motel.

We eten tortilla’s, lezen wat, werken aan ons filmpje voor ons blog, Facetimen met ouders en kijken tv. Tegen 01.00 uur ‘s nachts gaan we pas slapen.

Regen en wind in Invercargill – maandag 21 januari 2019

We zijn blij met deze 2e dag in het hotel: het weer is nog niet opgeknapt. Vannacht stormde het nog flink en deze morgen is het nog flink aan het regenen.

Dus we blijven lekker binnen, ontbijten en wat lezen. Nuttert is alvast voor Japan aan het inlezen, Nicole is bezig met de komende 4 weken in Nieuw Zeeland.

Tegen de middag lijkt het wat droger te worden dus trekken we er op uit, gisteren hebben we een rondwandeling door de stad bij de i-site gehaald die we nu willen gaan doen. We komen helaas niet ver, na de watertoren (uit 18??, die nodig was voor voldoende water in geval van brand) begint het weer te stortregenen. Na deze bui gaan we langs bij het museum waar tautara’s (lokaal voorkomende hagedissen, die wel 150 jaar oud kunnen worden) te zien zijn. Het museum is dicht (net als veel andere openbare gebouwen omdat ze niet aardbeving bestendig zouden zijn) maar van buiten zijn deze aparte dieren te zien.

Kort hierna krijgen we weer een bui over ons, we gaan maar snel een kop koffie halen in een cafe; de regen en natte sneeuw komt horizontaal voorbij…

Na nog wat boodschappen doen gaan we weer snel naar onze kamer. Daar doen we niet al te veel meer: wat lezen, koken en tv kijken. Ook hebben we nog FaceTime-contact met het thuisfront in Hattem, van beide zijden zijn we weer helemaal bij (er wordt wat geschaatst in NL, maar niet zodanig dat het bij Nuttert gaat kriebelen).

Naar Camp Taringatura (59 km) – dinsdag 22 januari 2019

In de ochtend is het windstil en dus pakken we onze spullen in na een snel ontbijt en vertrekken. Helaas slaan we Bluff en Stewart Island over vanwege de slechte weersverwachting. Veel wind en regen in het Zuiden en er is nog steeds een “severe weather warning” van kracht. We verwachten dat het meer noorderlijk wat beter zal zijn. Dus gaan we richting Queenstown.

In Invercargill fietsen we nog een flink stuk door Queens Park. Hieraan kun je wel zien dat deze stad echt is ontworpen. Het stratenplan is rechttoe rechtaan en er is ruimte genomen voor grote parken. Net buiten Invercargill zien we de bordjes van een fietsroute “Southland traverse” staan. Deze volgen we en dat schiet lekker op. Er staat weinig wind, de zon breekt door en de weg gaat heel licht omhoog. Dus het fietsen verloopt voortvarend.

Vlakbij Winton trekt de wind al flink aan, maar in principe zouden we in Winton stoppen. Morgen wordt er veel regen voorspeld en dus zitten we dan liever in een wat grotere plaats. Helaas blijkt de camping bij de golfclub niet geschikt voor tenten. En is deze ook allesbehalve gezellig. Bij the Bakery met een kopje koffie en een puddingbroodje besluiten we toch door te fietsen naar de volgende camping 22 km verderop in the middle of nowhere. We hebben er beide niet veel zin in, maar weer een hotel is voor Nuttert geen optie. Het is 12.30 uur en we hebben voldoende tijd om dit stuk rustig te rijden.

We doen boodschappen bij de New World supermarkt voor 2 dagen en gaan weer op weg. Ondertussen is de wind toch krachtiger geworden dan was voorspeld en met zijwind (windkracht 6) met flinke rukwinden worstelen we ons met 10-12 km/u naar onze bestemming. Ongeveer 1 km voor de camping belanden we in de luwte van een heuvelrug, waardoor we opeens redelijk gemakkelijk kunnen fietsen. Op “de camping” is er eerst helemaal niemand te zien. Wij lopen wat langs de gebouwen. Vooral veel huisjes met bedden. Het doet denken aan scoutingkampen. Er is een (rommelige) keuken waar duidelijk wel iemand net heeft gekookt. Opeens staat Nathan voor onze neus die ons allervriendelijkst welkom heet en even later sluit Rachel bij ons aan (zij lag te slapen). We drinken een kop thee samen. Heel gezellig.

Daarna zetten we de tent op en nog steeds is er nauwelijks wind en blijft het zonnig. We maken eten in de keuken. Het voelt een beetje alsof we in de keuken van Nathan en Rachel koken, maar zij geven beide aan dat we welkom zijn. We eten aan de lange tafels in de “schuur”.

De weersverwachting voor morgen is zonnig en vanaf 16.00 uur flinke regen. De wind is nog wel stevig. Dus dan kunnen we verder fietsen. Kijken we bij de weersverwachting van Winton dan zien we daar nog steeds de hele dag forse regen. We wachten maar af….

Verwaaid op Camp Taringatura – woensdag 23 januari 2019

We worden (laat) wakker met regen en wind: de verwachting klopt dus. We gaan hier nog een dagje staan, dus blijven we nog lekker in ons tentje liggen…

Om een uur of 11 gaan we naar de gezamenlijke ruimte om ons ontbijt te maken. Nadat we het op hebben begrijpen we van Rachelle, die binnen komt lopen, dat ze dit voor ons klaar heeft gezet. Erg aardig, maar vandaag lukt dat niet meer.

Eigenlijk doen we de hele dag verder niet veel, wat lezen en muziek luisteren. We waren nog van plan een wandeling te maken, maar buiten is het weer bar en boos (en na het passeren van het koufront ook 10 graden kouder). Wel hebben we lange gesprekken met Rachelle over werk, hobby’s, passies en het leven en wonen in Nieuw Zeeland en Duitsland (waar ze 16 jaar gewoond heeft en een zangcarrière had opgebouwd). En dit terwijl haar jonge kinderen ons flink bezig houden.

We gaan tegen zonsondergang (hier om ca. 10 uur) onze koude tent in, het was een leuke dag.

En het filmpje van deze week: