Week 12 – Ups and downs in southern New Zealand

The Catlins, etappe 1 naar Owaka (54 km) – woensdag 16 januari 2019

In de zonnige ochtend ontbijten we in de keuken waar ook de andere Nederlandse fietsers al bezig zijn. We kletsen wat en ontdekken dat zij dezelfde kant uit gaan als wij. We zullen ze dus nog wel een paar keer tegenkomen vandaag.

Als we bijna vertrekken ontdekt Nuttert dat zijn bril nog in de tent zit en deze is natuurlijk al ingepakt. Na deze korte onderbreking vertrekken we dan toch. De Scenic Southern route tussen Balclutha en Owaka is vrij druk met verkeer en ook flink wat vrachtwagens. Gelukkig slaan we na ca. 7 km af om via Kaka Point (een omweg) te fietsen. In Kaka Point is een zandstrandje waar een paar mensen aan het buiksurfen zijn. De stroming van de zee is sterk hier, dus overal staan weer waarschuwingen. Er blijkt zowaar een café te zijn waar we koffie kunnen drinken. Even later sluiten de Nederlanders (Gonnie en Piet) bij ons aan.

Na een uurtje fietsen we verder naar Nugget Point; een veel gefotografeerde plek in NZ met een vuurtoren. Onderweg zien we meer verlaten strandjes en ook toevallig nog 3 zeeleeuwen. Na een korte maar stevige klim arriveren we bij een parkeerplaats. Nugget Point is nog 900 meter lopen en Nuttert heeft met zijn fietsschoenen aan daar niet zo’n zin in. Nicole gaat alleen. Onderweg zijn er in de diepte ook nog zeehonden te zien en vooral duidelijk te horen. Dat blijft toch spectaculair.

Na wat foto’s gemaakt sluit ze weer aan bij Nuttert en we vervolgen de reis. Het wordt iets heuvelachtiger en lijkt wel wat op Ierland. In Owaka zijn veel plekken om te overnachten, en daar zit ook een camping bij. De receptie is pas over 1,5 uur open, dus we gaan eerst een smoothie/milkshake drinken in het dichtbij gelegen café en doen boodschappen. In de winkel komen we Gonnie en Piet weer tegen, die ook bij dezelfde camping uitkomen.

Terug bij de camping zetten we onze tent neer. Er is pas warm water (om te douchen) tussen 18.00 – 22.00 uur. Ze stoken hier nog op kolen. Het stookhuis is dichtbij de tent en de geur van kolen hangt in de lucht ‘s avonds.

The Catlins, etappe 2 naar whistling frogg camping (38 km) – donderdag 17 januari 2019

Omdat we een relatief korte dag hadden deden we het ‘s ochtends rustig aan met een lang ontbijt. Het is half twaalf als we na het doen van de laatste boodschappen, de komende drie dagen zijn er geen winkels meer, op pad gaan.

De eerste kilometers gaan nog prima, maar na 10 km dient de eerste “Hill” aan: gemiddeld 10% en 260 m hoogteverschil. Gelukkig is de weg niet te druk. Onderweg stoppen we nog om even een uitstapje te maken naar een sprookjesachtige waterval. Het voetpad er naartoe gaat door een native bos; het lijkt wel een jungle. Hierna komen we door een buurtschap waar we een kop koffie zouden kunnen halen, maar helaas moest de barista weg en is er niets te krijgen. Dus dan maar weer door, de camping is niet ver meer (maar wel twee heuvels verderop).

Op de camping maken we gelijk een eetafspraak in het cafe; we willen de nabijgelegen grot (cathedral cave) nog bezoeken en dat kan alleen met laag water. En dat is omstreeks etenstijd. Dus vroeg eten (wat erg lekker was) en door naar de grot. Dit doen we op de fiets, het is nog wel een stuk, eerst heuvel af en daarna weer heuvel op – je blijft hier lekker bezig!

De grot is in de loop der tijd uitgehold door de zee en nu ca 100 m diep. Je ziet de verschillende bodemlagen mooi terug in de wanden.

Nadat we terug zijn bij de camping is het cafe nog open. We hebben nog wel zin in een toetje, dat hebben we wel verdiend: Nicole kiest een overheerlijke rabarbercrumble en Nuttert voor chocolade ijs. Na nog een craft biertje duiken we de tent weer in.

The Catlins, etappe 3 naar Curio Bay (33 km) – vrijdag 18 januari 2019

Weer een kort fietsdagje dus we starten rustig op. In de keuken praten we met een vader en zoon die net een tweedaagse wandeling op Stewart Island hebben gedaan. De vader had nog flinke spierpijn.

Op de fiets is het weer stevig aanpoten (en zweten) met veel stukken op-en-neer. Sommige stukken omhoog zijn zeker 10% stijging. Er zit een heuvel van ca. 200 meter bij, maar die gaat relatief makkelijk. Na 23 km hebben we een korte stop bij de Niagara watervallen van NZ; een platte waterval :). Bij het gelijknamige café drinken we koffie, waar we aan de praat raken met een Duits meisje die bijna op hetzelfde moment dezelfde route in het Noorden heeft gereden. Zij is echter via de westkust gereden op het Zuiderlijk eiland.

Nog 9 km richting de kust en we zijn bij Curio Bay. Een plek met veel wildlife, maar nog veel belangrijker een plek met een versteend bos. Deze is alleen met laag water te bekijken, vandaar dat we hier op de camping gaan staan. Rond 19.00 uur is het pas eb.

We wassen weer onze kleren (deze beginnen zo langzamerhand wel wat te verkleuren) en verkennen de omgeving wat. In de baai zwemmen Hectors dolfijnen, de kleinste soort. Door het rimpelige water zien we helaas de rugvinnen niet.

Na het eten gaan we op zoek naar het versteende bos. Dit is een heel bijzonder stuk rotsen. Eerst zie je niet goed waar je naar moet kijken, maar dan zie je allerlei strepen op de rotsen van bovenaf. Allemaal omgevallen boomstammen. Als je over de rotsen heenloopt zie je dat er tientallen versteende boomstronken staan met in de kern nog de houtnerven. Ongelooflijk als je weet dat dit 170 miljoen jaar oud “hout” is waar je naar kijkt.

We lopen nog weer naar de baai met dolfijnen en zitten op een klif. Het zonlicht geeft prachtig licht zo aan het einde van de dag en wij speuren naar dolfijnen. Uiteindelijk zien we er ééntje redelijk dichtbij langskomen. Het lukt echter niet om deze op de foto te krijgen. Mogelijk ziet Nuttert daarna ook nog een zeeleeuw.

Opnieuw lopen we weer terug naar een uitzichtpunt op het stukje kust met het versteende bos. Daar komen s’avonds ook geeloog pinguïns aan land. Er staan veel mensen vol spanning om zich heen te turen. Zowel vanaf de klif als op de rotsen zelf. Er komen voorzichtig twee paar pinguïns aan land. Voortdurend waakzaam en als ze geluiden horen staan ze stil en wachten af. Ze lopen weer verder als het veilig is. We voelen ons beide er niet meer fijn bij om met zoveel mensen naar 4 pinguïns te kijken. Dus gaan we maar naar de tent.

De weersverwachting voor morgen belooft niet veel goeds, dus wellicht blijven we nog een extra nachtje en hebben we misschien meer kans op dolfijnen.

The Catlins, slotrit naar Invercargill (89 km) – zaterdag 19 januari 2019

Met de wekker op 7 uur gezet checken we gelijk het weerbericht: het lijkt qua wind met een msgige noordwestenwind nog rustig te blijven tot de late middag, wel zal het aan het eind van de ochtend gaan regenen. Voor de komende dagen is en een “severe weather alarm” met veel wind (120 km/h uit het westen) en veel regen. Omdat we dat niet willen afwachten besluiten we om gelijk op pad te gaan naar Invercargill (wat westelijk van ons ligt), waar we dan in een hotel gaan.

Nicole gaat de tent uitruimen en Nuttert maakt het ontbijt. Daarna wordt de tent opgeruimd en met een uurtje zijn we onderweg. Het blijft niet lang droog, na een half uurtje fietsen begint het te spetteren. En de rest van de dag zal het niet echt meer droog worden…

Bij het enige cafe onderweg, in Fortrose, hebben we een koffiestop (terwijl we binnen zitten is het gestopt met regenen). Hier is ook de camping waar we eerst van plan waren te blijven, maar deze is volledig onbeschut. We blijven hier dus niet!

Weer onderweg begint het weer te regenen. En terwijl Nicole flink aan het doortrappen is, heeft Nuttert niet zijn dag. Maar we komen uiteindelijk in Invercargill aan. Het is een wat verlopen stadje, veel lege winkels, maar wel met voldoende hotels. De eerste die we kiezen blijkt net volgeboekt te zijn, maar de volgende heeft nog een mooie kamer met spa! Kunnen we weer wat opwarmen…

Na het badderen gaan we in de stad eten. Ondertussen is het weer flink verslechterd, we waaien bijna van de stoep af!! Het is droog als we terug lopen, maar ‘s nachts gaat het flink tekeer; goed dat we hier een paar nachtjes blijven.

Storm in Invercargill – zondag 20 januari 2019

Na een stormachtige nacht met windstoten van orkaankracht staan we laat op. We ontbijten bij een druk cafeetje in de buurt (Batch), waar op de zondagochtend veel vrienden, families en toeristen zitten.

Ons volgende bezoek brengen we aan het motorcycle mecca. Een museum met vintage motorfietsen. Dit doel had Nuttert gisteren door de regen en de wind geholpen. Het blijkt vooral een verzameling te zijn, zonder veel samenhangende informatie. Per motorfiets wordt wel iets uitgelegd over het betreffende exemplaar, maar niets over technische ontwikkelingen of de concurrentie tussen Harley Davidson en Indian. Gelukkig kan Nuttert daar zelf als liefhebber nog wat over vertellen. In een documentaire wordt nog wel iets verteld over John Britten; een inwoner van Invercargill die een motor had ontworpen die zich kon meten met Ducati en Honda. Met de Britten werden wedstrijden gewonnen, maar kwam ook een rijder om bij de race Island of Man. Helaas overleed John Britten rond z’n veertigste aan huidkanker. Daarnaast is er ook een beetje aandacht voor Burt Munro, een Nieuw-Zeelander die het wereld uur record onder 1000 cc heeft verbeterd met een zelfaangepaste Indian motor. Er is een film over zijn leven gemaakt “the world fastest Indian”(2005).

Omdat het opnieuw hard regent blijven we voor een kop koffie. Bij de I-site daarna halen we wat informatie over de ferry naar Stewart Island. Een mogelijke optie voor de komende dagen. Afhankelijk van het weer. Via de supermarkt lopen we terug naar het motel.

We eten tortilla’s, lezen wat, werken aan ons filmpje voor ons blog, Facetimen met ouders en kijken tv. Tegen 01.00 uur ‘s nachts gaan we pas slapen.

Regen en wind in Invercargill – maandag 21 januari 2019

We zijn blij met deze 2e dag in het hotel: het weer is nog niet opgeknapt. Vannacht stormde het nog flink en deze morgen is het nog flink aan het regenen.

Dus we blijven lekker binnen, ontbijten en wat lezen. Nuttert is alvast voor Japan aan het inlezen, Nicole is bezig met de komende 4 weken in Nieuw Zeeland.

Tegen de middag lijkt het wat droger te worden dus trekken we er op uit, gisteren hebben we een rondwandeling door de stad bij de i-site gehaald die we nu willen gaan doen. We komen helaas niet ver, na de watertoren (uit 18??, die nodig was voor voldoende water in geval van brand) begint het weer te stortregenen. Na deze bui gaan we langs bij het museum waar tautara’s (lokaal voorkomende hagedissen, die wel 150 jaar oud kunnen worden) te zien zijn. Het museum is dicht (net als veel andere openbare gebouwen omdat ze niet aardbeving bestendig zouden zijn) maar van buiten zijn deze aparte dieren te zien.

Kort hierna krijgen we weer een bui over ons, we gaan maar snel een kop koffie halen in een cafe; de regen en natte sneeuw komt horizontaal voorbij…

Na nog wat boodschappen doen gaan we weer snel naar onze kamer. Daar doen we niet al te veel meer: wat lezen, koken en tv kijken. Ook hebben we nog FaceTime-contact met het thuisfront in Hattem, van beide zijden zijn we weer helemaal bij (er wordt wat geschaatst in NL, maar niet zodanig dat het bij Nuttert gaat kriebelen).

Naar Camp Taringatura (59 km) – dinsdag 22 januari 2019

In de ochtend is het windstil en dus pakken we onze spullen in na een snel ontbijt en vertrekken. Helaas slaan we Bluff en Stewart Island over vanwege de slechte weersverwachting. Veel wind en regen in het Zuiden en er is nog steeds een “severe weather warning” van kracht. We verwachten dat het meer noorderlijk wat beter zal zijn. Dus gaan we richting Queenstown.

In Invercargill fietsen we nog een flink stuk door Queens Park. Hieraan kun je wel zien dat deze stad echt is ontworpen. Het stratenplan is rechttoe rechtaan en er is ruimte genomen voor grote parken. Net buiten Invercargill zien we de bordjes van een fietsroute “Southland traverse” staan. Deze volgen we en dat schiet lekker op. Er staat weinig wind, de zon breekt door en de weg gaat heel licht omhoog. Dus het fietsen verloopt voortvarend.

Vlakbij Winton trekt de wind al flink aan, maar in principe zouden we in Winton stoppen. Morgen wordt er veel regen voorspeld en dus zitten we dan liever in een wat grotere plaats. Helaas blijkt de camping bij de golfclub niet geschikt voor tenten. En is deze ook allesbehalve gezellig. Bij the Bakery met een kopje koffie en een puddingbroodje besluiten we toch door te fietsen naar de volgende camping 22 km verderop in the middle of nowhere. We hebben er beide niet veel zin in, maar weer een hotel is voor Nuttert geen optie. Het is 12.30 uur en we hebben voldoende tijd om dit stuk rustig te rijden.

We doen boodschappen bij de New World supermarkt voor 2 dagen en gaan weer op weg. Ondertussen is de wind toch krachtiger geworden dan was voorspeld en met zijwind (windkracht 6) met flinke rukwinden worstelen we ons met 10-12 km/u naar onze bestemming. Ongeveer 1 km voor de camping belanden we in de luwte van een heuvelrug, waardoor we opeens redelijk gemakkelijk kunnen fietsen. Op “de camping” is er eerst helemaal niemand te zien. Wij lopen wat langs de gebouwen. Vooral veel huisjes met bedden. Het doet denken aan scoutingkampen. Er is een (rommelige) keuken waar duidelijk wel iemand net heeft gekookt. Opeens staat Nathan voor onze neus die ons allervriendelijkst welkom heet en even later sluit Rachel bij ons aan (zij lag te slapen). We drinken een kop thee samen. Heel gezellig.

Daarna zetten we de tent op en nog steeds is er nauwelijks wind en blijft het zonnig. We maken eten in de keuken. Het voelt een beetje alsof we in de keuken van Nathan en Rachel koken, maar zij geven beide aan dat we welkom zijn. We eten aan de lange tafels in de “schuur”.

De weersverwachting voor morgen is zonnig en vanaf 16.00 uur flinke regen. De wind is nog wel stevig. Dus dan kunnen we verder fietsen. Kijken we bij de weersverwachting van Winton dan zien we daar nog steeds de hele dag forse regen. We wachten maar af….

Verwaaid op Camp Taringatura – woensdag 23 januari 2019

We worden (laat) wakker met regen en wind: de verwachting klopt dus. We gaan hier nog een dagje staan, dus blijven we nog lekker in ons tentje liggen…

Om een uur of 11 gaan we naar de gezamenlijke ruimte om ons ontbijt te maken. Nadat we het op hebben begrijpen we van Rachelle, die binnen komt lopen, dat ze dit voor ons klaar heeft gezet. Erg aardig, maar vandaag lukt dat niet meer.

Eigenlijk doen we de hele dag verder niet veel, wat lezen en muziek luisteren. We waren nog van plan een wandeling te maken, maar buiten is het weer bar en boos (en na het passeren van het koufront ook 10 graden kouder). Wel hebben we lange gesprekken met Rachelle over werk, hobby’s, passies en het leven en wonen in Nieuw Zeeland en Duitsland (waar ze 16 jaar gewoond heeft en een zangcarrière had opgebouwd). En dit terwijl haar jonge kinderen ons flink bezig houden.

We gaan tegen zonsondergang (hier om ca. 10 uur) onze koude tent in, het was een leuke dag.

En het filmpje van deze week:

Week 11 – Fietsen op de trails in Central Otago

Ortago Central Rail Trail, etappe 1 (55 km) – woensdag 9 januari 2019

Nadat we vroeg opstaan, ontbijten en de tassen inpakken hebben we nog tijd over. Nuttert ontdekt dat we de foto’s van de camera op de tv kunnen laten zien. We zijn benieuwd naar de foto’s van gisteren dus gaan we kijken. Voordat we het weten is het echter al 8.55 uur en om 9.30 uur gaat onze trein, waar we eigenlijk om 9.00 uur al verwacht worden. Met een rotvaart fietsen we naar het station. Gelukkig nog op tijd en met 5 minuten “over” nemen we plaats in de trein.

We zitten tegenover Jon en Lori, een Amerikaans stel van in de 60, die ook met de fiets zijn. Ze komen van de westcoast en zijn een gezellig stel om mee te kletsen. Heel begaan met de natuur en ze maken zich enorm zorgen over de onbetrouwbaarheid van Trump. In de tussentijd trekt het scenic landschap aan ons voorbij. Om 13.30 uur arriveren we in Pukerangi. We wensen de Amerikanen een goede reis en zeggen “see you” en we vertrekken. Op de eerste heuvel wordt er echter hard naar ons geroepen en blijkt het dat Jon pech met zijn fiets heeft. Zijn pedaal zat niet goed vast en is deze eraf gevallen en is de schroefdraad beschadigd. De pedaal wil niet meer terug in de cranck. Ook Nuttert z’n toolbox blijkt niet helpend. Gelukkig komt er een busje langs die na even nadenken de fiets meeneemt naar Middlemarch incl. Jon. Lori fietst met ons mee. In Middlemarch is de fiets van Jon gerepareerd en drinken we gezamenlijk koffie, waarna wij weer vertrekken. De Amerikanen proberen eerst nog wat eten te kopen voordat zij gaan.

Het fietspad is een goed begaanbare weg met lichte gravel. Het gaat steeds licht omhoog omdat het vroeger een treinspoor was. Bij Rock and Pillar geniet Nuttert van de bijzondere gestapelde wolken die alleen ontstaan bij een bepaalde windrichting (in ons geval: tegenwind). Jon en Lori halen ons weer bij als we daar foto’s van aan het maken zijn. Ze moeten lachen om de interesse. Opnieuw fietsen we weer vooruit, maar opnieuw komen we ze weer tegen. Uiteindelijk staan we met z’n vieren om 18.30 uur bij de informele camping aan een riviertje met alleen een toilet. We zetten onze tenten op en eten ieder ons eigen maaltijd aan de picknicktafel. Om 21.00 uur wensen we elkaar goede nacht en gaan we voor het eerst slapen op een plek waar we bijna helemaal alleen zijn. Ver van alles…

Ortega Central Rail Trail, etappe 2 (82 km) – donderdag 10 januari 2019

Midden in de nacht wordt Nuttert wakker gemaakt door dieren (possums?) die zo nodig herrie moeten maken bij de tent. Misschien staan we op hun plekje? Gelukkig is het van korte duur.

Wanneer we opstaan, om acht uur, zijn Jon en Lori al vertrokken. Ze hadden al gezegd dat ze vroeg zouden gaan.

Anderhalf uur later zitten we dan ook op de fiets. Het is dan nog best fris. Als de zon doorbreekt warmt het al snel op. In Waipiata maken we een stop voor een kop koffie en om contact op te nemen met het reisbureau; wonderlijk genoeg is er mobiel bereik, het dorp zelf is een aantal gebouwen en een hotel. In het volgende dorp (Ranfurly) dan maar provianderen. Ondertussen is het al best warm geworden maar doordat we tot dusver lekker wind mee hadden prima te doen.

Weer op de fiets is de wind 180 graden gedraaid! Dus vol wind tegen. En vanaf nu ook constant stijgend, 250 meter hoogteverschil over de komende 15 km. En naarmate we hoger komen neemt de wind toe.

Op het hoogste punt, 612 m, stoppen we zoals het hoort voor een foto. Nu hebben we nog 40 km te gaan waarbij het grotendeels dalend is. Ook is de wind nu meer van de zijkant, dus oppassen dat we niet van de weg afblazen.

In Oturehua maken we nog een korte stop. Bij de kruidenier haalt Nuttert een ijsje. De winkel blijkt nog geheel in oorspronkelijke staat te zijn: in de afgelopen 150 jaar is er nagenoeg niets veranderde. Ondanks dat het een heel klein dorp is, is het wel een actieve gemeenschap: in de winter wordt hier veel aan curling gedaan en is er een internationaal bekend motortreffen!

Op het gravelpad wat daarna volgt ziet Nuttert opeens iets glinsteren. We rijden door, maar de goudkoorts heeft hem te pakken en het laat hem niet los. Hij draait om en rijdt een stukje terug om te kijken wat het was. Helaas… geen goud.

Na een schitterend laatste deel door een gorge waar we via bruggen en tunnels doorheen gaan komen we om half zes bij een keurige camping in Omakau aan. We zetten onze tent neer bij die van Jon en Lori, zij zijn ons net voor. We hadden ze hier niet verwacht, maar vinden het erg leuk ze weer te zien! We spreken af om morgenochtend samen te ontbijten, we zijn allemaal niet zo fit/gezellig meer.

Ortago Central Rail Trail, etappe 3 (37 km) – vrijdag 11 januari 2019

Vanochtend hebben we afgesproken om gezamenlijk te ontbijten met de Amerikanen. Jon staat meestal op om 5.00 uur en Lori om 6.00 uur. Dat is voor ons echt te vroeg. We spreken om 8.00 uur af of misschien eerder. Dat lukt ons helaas niet. Dus om 8.00 uur komen we slaperig de tent uit. Jon en Lori hebben zo langzaam mogelijk gedaan, de tent is al opgeruimd en zij eten nu hun havermout op. We schuiven aan en maken ons ontbijt met eieren en brood. De Amerikanen kijken met verbazing naar ons en vragen zich af of we kunnen toveren. Het lijkt alsof we een bodemloze fietstas a la Harry Potter mee hebben, vinden zij.

We bespreken onze plannen (we gaan naar Clyde) en hun plannen (zij gaan door naar Cromwell). We spreken af om in Alexandra samen koffie te drinken. Zij vertrekken en wij pakken de tent op en vertrekken een half uur later. Het is gelukkig een zonnige dag met minder wind als gisteren. De omgeving is weer adembenemend mooi. Zelfs Nuttert blijft foto’s maken. We fietsen door twee tunnels en over enkele bruggen. Het landschap is heuvelachtig en is prachtig en we bewonderen de verschillende kleuren geel. Na 27 km flink door fietsen (Nicole) en rustig fietsen (Nuttert) vinden we Jon en Lori bij het Courthouse. We praten bij, kletsen over politiek en klimaat, waarna we de laatste 8 km naar Clyde met z’n vieren fietsen naar het eindpunt.

In Clyde stellen we met z’n allen het afscheid uit. Nog een drankje, een groepsfoto en dan gaan ze. Wij zetten de tent op en missen hen.

Nuttert checkt zijn mail en heeft van Bradley een bevestiging dat het geld is overgemaakt en de reis geregeld is. Het voelt nu bijna alsof onze reis al bijna voorbij is nu we een einddatum weten. Donderdag 3 april om 15:05 zijn we weer terug in Nederland… Nu verder maar niet meer aan denken.

We doen de was en bezoeken het dorpje met historische stenen gebouwen; overblijfselen uit de tijd dat er goud werd gewonnen. We komen er achter dat in Clyde geen I-site is. Dat maakt het organiseren van een jetboat voor morgen wel lastiger. Als we dan ook nog via internet lezen dat de kosten 110 NZD p/p zijn besluiten we om niet de Roxburgh Gorge Trail te doen, maar via de highway 8 naar Roxburgh te fietsen. Deze lijkt ons niet zo druk.

’s Avonds eten we duur maar lekker bij Oliver in Clyde. Met wijn en bier op komen we “moe” aan bij de tent. We kijken terug op een paar gezellige dagen.

Clyde naar Roxburgh (64 km) – zaterdag 12 januari 2019

De zon brandt al lekker vroeg op de tent maar we houden het nog tot 8 uur binnen vol. Omdat de camping vrij groot is gaan we eerst de boel opruimen en dan in de keuken ontbijten. Daar spreken we een tweetal fietsers die met de bus HW 8 gereden hebben en daar niet zouden willen fietsen. Dit was nou net ons plan… De twijfel slaat weer eens toe! Misschien dan toch de Roxburgh gorge trail gaan doen? Inclusief de dan benodigde transfer met een jetboat? Eerst maar naar de i-site in Alexandra, daar willen we toch nog een armbandje kopen voor sponsoring van de Otago rail trail.

Gisteren zijn we ook al in Alexandra geweest, dus we zijn blij met een tweede fietsroute: de rivertrack, een makkelijk te rijden mtb track langs de Clutha rivier.

Bij de i-site informeren we naar de mogelijkheden en het blijkt dat we om 13:00 een jetboat kunnen nemen die bij de steiger van Alexandra vertrekt. En we zouden bij de schipper kunnen regelen dat we mee mogen varen.

Na een kop koffie gaan we naar de steiger. We zijn ruim op tijd, maar na lang wachten: geen boot. Dus terug naar de i-site. De boot blijkt bij een andere steiger af te varen, 12 km verderop…

Uiteindelijk besluiten we ons maar aan het oorspronkelijke plan te houden: HW 8. Qua drukte valt het mee maar de weg is erg heuvelachtig met steile hellingen, Nicole is er halverwege al helemaal klaar mee. Het blijft maar op en neer gaan en er lijkt geen einde aan te komen. Na 23 km kunnen we weer via een trail verder: Clutha Gold trail. Eind 19e eeuw is hier veel goud gewonnen, dit is in het landschap nog goed te zien door de heuvels van “tailling” (steenresten). Ook ligt er nog een gezonken baggermolen in de rivier en is er een vervallen hangbrug (met bijbehorende bordje dat de brug onbegaanbaar is).

Na boodschappen gedaan te hebben in Roxburgh zijn we pas tegen 7 uur bij de camping. We genieten aan het einde van weer eens een warme dag van ons net gekochte nog koude biertje voordat we gaan koken. Deze camping blijkt veel gebruikt te worden door jonge fruitplukkers, in de kleine keuken is het druk! We eten dan ook laat en duiken daarna gelijk de tent in.

Regendag in Roxburgh – zondag 13 januari 2019

Als we checken hoe het weer van de dag gaat worden zien we dat er een flink front met veel regen verwacht wordt. We besluiten om maar een dagje niet te fietsen, de route is onverhard en daarmee een modderboel, hebben we niet zo’n zin in.

We kunnen nog net voor de regen in het dorp boodschappen doen voor vandaag en morgen en daar ontbijten, bij terugkomst begint het net te regenen.

Het is een rustig dagje: beetje slapen, beetje internetten, het blog bijwerken, wat bij-eten (snoepen dus), wat opruimen… heerlijk. En ondertussen regent het, niet al te hard maar je zou er flink nat van worden.

Aan het einde van de dag is het weer droog, en gaan de sproeiers op het land weer aan.

Roxburg naar Beaumont (47 km) – maandag 14 januari 2019

Vandaag een kort fietsdagje voor de boeg, dus we doen rustig aan. Rond 10.45 uur vertrekken we van de camping terwijl de zon schijnt. We volgen het Clutha Gold trail tot aan Beaumont. Een glooiend pad langs de rivier de Clutha. Een snelstromende rivier met veel kolkjes. Zeker geen rivier om in te zwemmen. Zo nu en dan staan er informatieborden over het goud mijnen. Er is echt in korte tijd vanaf 1865 veel goud gevonden. En ook nu moet er vast nog wel wat te vinden zijn.

Na ongeveer 20 km komen we bij Millers flat aan. Er blijkt zowaar een tavern te zijn waar we koffie kunnen krijgen. En het is nog wel maandag! We bezoeken hier ook nog een bakkersmuseum. Nutterts grootvader was bakker en de bakkerij met oven ziet er dan ook bekend uit voor hem. Er was vroeger ook nog een tearoom in gevestigd. De vrijwilligster vertelde enthousiast over hun plannen. De oven kon nog gebruikt worden en dat wilden ze dit jaar graag uitproberen. Het kostte echter wel 3 dagen om het bakgedeelte warm genoeg te krijgen.

Iets verderop maken we nog een kleine omweg naar de ‘lonely graves’. Het verhaal gaat dat een onbekende jongere man hier begraven is, die verdronken was en gevonden aan de oever van de Clutha. Een lokale bewoner, William Rigney, heeft deze man toch op een mooie plek begraven met als tekst ‘somebody’s darling lies buried here’. Toen William zelf overleed is hij er naast begraven met de tekst ‘the man who burried somebody’s darling’. De feiten blijken anders, maar daarvoor moet je zelf maar langs het graf gaan….

Op de fiets weer verder langs de rivier kwamen we in steeds verlatener gebied terecht tussen hoge heuveltoppen. In Beaumont was een hotel/café/motel/camping. Er was nog plek voor ons. S’avonds aten we daar en dronken we een biertje met goede WiFi ontvangst. Het lukte zelfs om een aflevering WIDM te zien.

Terug in de tent maakten we een planning om de route in de Catlins te fietsen. We bekijken waar de campings en de supermarktjes zitten. Nog wat lezen en dan naar bed. Het wordt 11 graden vannacht, dus weer tijd voor 2 slaapzakken.

Langs de Clutha, naar Balclutha (63 km) – dinsdag 15 januari 2019

Nuttert wordt wakker van het verkeer over de brug over de rivier. Niet dat het erg druk is, het is meer het geluid wat dit veroorzaakt: alsof de brug instort. Gisteren zijn we er met de fiets over heen gegaan en toen hadden waren we blij dat we aan de overkant aangekomen waren. Maar ook zware vrachtwagens maken er gebruik van! Wat dan weer bijzonder is: het verkeer wordt geregeld met stoplichten (voor de ingewijden: VRI), de enige in dit deel van Nieuw Zeeland!

En nog een bijzonderheid op deze dag: we passeren de enige veerpont van het land! Helaas is die wanneer wij passeren buiten dienst… Maar we hebben wel geluk met de aanwezigheid van een cafe op onze route. Volgens onze kaart zou er vandaag geen zijn, maar dus wel!

Het werd zo een mooie dag: de route was over mooie, goed onderhouden, rustige wegen deels door inheemse bossen. Ook waren er geen steile hellingen, integendeel, de weg was licht glooiend met de rivier aflopend richting zee. En er was ook weinig wind. Allemaal dus erg plezierig!

We waren dan ook best vroeg bij de camping. Na het opzetten van de tent en wat opfrisserij zijn we eerst de reispapieren voor Japan gaan ophalen die we hier naar toe hadden laten sturen, daarna een kop koffie en de boodschappen; deze camping heeft weer een goede keuken, dus we gaan zelf pizza maken.

Tijdens het koken komen we in gesprek met een Nederlands stel wat ook hier fietsend is; leuk om ervaringen uit te wisselen.

En het filmpje van deze week:

Week 10 – (Naar) Dunedin

Langs de Nieuw Zeeuwse kust – Donderdag 3 januari 2019

Na wat dubben over wat te doen, “de Duitsers” gaan op de fiets naar Moeraki en daarna per bus naar Dunedin, hebben wij besloten de gehele afstand te fietsen. Door de verdeling van de campings worden het drie kortere etappes. Dus we hebben deze ochtend niet echt haast en gaan lekker relaxed ontbijten en alles inpakken. Bij vertrek komen we de Duitsers weer tegen: gisteren aangekomen en nu een paar rustdagen voor ze ook naar Dunedin gaan.

De route vandaag gaat zoveel mogelijk over kleine wegen maar heeft ook stukjes HW 1. Eerst langs de kust en niet al te vlak. In Hampden doen we wat boodschappen en lunchen we. Vlakbij zijn de Moeraki boulders, grote ronde “stenen” die in de loop de tijden in de bodem gevormd zijn en langzaam maar zeker door de erosie van de kustlijn op het strand komen te liggen. Omdat het nu hoogwater is en ze dan grotendeels onder water liggen besluiten we om eerst naar de camping te gaan en later er naartoe te lopen.

Bij de camping hebben we geluk, er is nog net een plekje vrij. Na het opzetten van de tent wandelen we de 3 km naar de boulders. Volgens de campingbaas zou dit over het strand kunnen, maar het water staat nog net wat te hoog. Dus dan maar via een kustpad.

Bij de boulders aangekomen liggen ze net niet meer in het water. En het is ook niet zo druk, kunnen we mooie foto’s maken…

De terugweg proberen we wel via het strand, maar het zand wordt op een gegeven moment rotsen. Met veel wildlife. Nadat de aanwezigheid van Nuttert door een furseal (met een jonge) niet zo gewaardeerd wordt, kiezen we toch maar weer voor het kustpad.

Bij de camping koken en eten we in de van alle gemakken voorziene keuken. Weer bij de tent blijken we nogal luidruchtige buren te hebben die ook nog, naar Nieuw Zeelandse begrippen, lang door gaan…

Fietsen op en af van Highway 1 – Vrijdag 4 januari 2019

We worden vroeg gewekt (5.00 uur) door onze “fijne” buren: ze gaan vissen en blijkbaar moet de camping daar van meegenieten. Na vertrek kunnen we nog een uurtje slapen.

De route vandaag gaat meer het binnenland in. Het is een rustige weg door een schitterende gorge gevolgd door een aardige klim. Het is een gebied met veel bosexploitatie: deels net aangeplant en deels net omgehakt. Met name dat laatste ziet er niet erg duurzaam uit…

Wanneer we weer op HW 1 uitkomen is er een dorp (Palmerston) waar we lunchen. Qua stratenplan is dit duidelijk op de tekentafel ontworpen…

Na een lokale weg die door een meer agrarisch gebied voert en een stukje HW 1 komen we in Waikouaiti aan. Het weer vandaag was niet super, bewolkt en een graad of 18, maar nu begint het ook wat te miezeren.

De camping, vlak aan zee, is niet heel bijzonder maar er is (daardoor misschien) voldoende plek; op zich is alles er wel maar het behoeft wel wat aandacht en liefde.

Na het opzetten van ons kampement gaan we bij de zee kijken. We hebben het natuurlijk al vaker gezien de afgelopen tijd: de Stille Oceaan. 9000 km water tot de overkant, Zuid Amerika. Dat is een best stukje varen!

Na dit gaan we in het dorp op zoek naar wat te eten, we hebben geen zin in koken. Een soort cafetaria is open en er is flink wat aanloop. Helaas niet veel keuze dus nemen we een fish en chips met wat groente.

Terug bij de tent vallen we met het geluid van de brekende golven al snel in slaap.

Scenic route naar Dunedin (44 km) – zaterdag 5 januari 2019

Het lukt ons niet om vroeg op te staan. Beide zijn we moe en tot 9.00 uur blijven we liggen. Het wordt vandaag een warme dag en dat voel je direct als we buiten staan. De zon schijnt.

Het is naar Dunedin over de highway 1 nog ca. 39 km, maar de weg is druk en we hebben een alternatief. We rijden via de coast road (Karitane) naar Waitati. De route is prachtig, maar dat is een ander woord voor ‘heuvelachtig’ met flinke steile stukken erin. In combinatie met de warmte is dat hard werken. Maar op elke top is het uitzicht schitterend. Onderweg spreken we nog mensen uit Dunedin, die ons vertellen dat zich in Dunedin het steilste straatje van de wereld bevindt. Dat belooft niet veel goeds als fietsers.

Vlakbij Waitati komen we langs een brouwerij. Zij schenken helaas alleen bier. Geen goed idee als je nog 25 km moet fietsen met een berg van 400 meter erin. Iets verderop kunnen we terecht voor een kopje koffie bij een galerie. In de schaduw met de hond van de eigenaresse aan onze voeten komen we weer bij met koffie en chocoladekoek.

De route via Mount Cargil begint redelijk makkelijk. We fietsen soepel in de eerste versnelling het eerste stuk. Na 200 hoogtemeters (3 km klimmen) pauzeren we in de schaduw. Het valt ons tot nu toe mee. Ook de rest van de beklimming blijkt uiteindelijk prima te doen. Achteraf was de weg tussen Waikouaiti en Waitati lastiger dan deze berg. Het is vooral een kwestie van lang klimmen. Vanwege de warmte trekken onze fietsbanden sporen door het asfalt. Nuttert gaat de laatste km’s op z’n snelst naar boven en moet dan wel een tijdje wachten voordat Nicole verschijnt.

De afdaling doen we voorzichtig ook vanwege het warme asfalt en de wind die op onverwachte plekken op je afkomt. In Dunedin rijden we langs Baldwin Street, het steilste straatje van de wereld, naar ons appartement. Na een heerlijke douche kijken we wat tv. Later op de avond eten we pizza in een restaurantje.

Facetimen met Middelstum & Hattem – zondag 6 januari 2019

Vandaag uitgeslapen na een warme nacht. Om 10.00 uur hebben we een afspraak met de ouders van Nicole. We gaan Facetimen. Agnes is ook in Middelstum en dus praten we in een half uurtje gezellig bij. “Hartstikke leuk”.

Het regent al de hele ochtend en volgens het weerbericht gaat dat ook niet veranderen vandaag. We gebruiken de tijd om onze site weer bij te werken, beetje de krant te lezen, een sudoku te maken en een aflevering WIDM (wie is de mol) te bekijken. Ook zoeken we uit wat er in Dunedin te doen is en wanneer we naar Japan willen vliegen. Het is nu wel de tijd om een ticket te boeken. Zo rond 15/20 februari is ons plan om te vertrekken.

We doen boodschappen en als we terugkeren naar huis is de regen eindelijk gestopt. Rond middernacht hebben we ook nog een half uurtje ‘live’ contact met de ouders van Nuttert. Dit gaan we vaker doen.

Dagje Dunedin – maandag 7 januari 2019

Na het ontbijt lopen we de stad in en drinken bij Starbucks een kop koffie. We willen beide een fietsshirt kopen ter herinnering aan Nieuw Zeeland. Er zitten 4 fietswinkels bij ons appartement in de buurt. Daar gaan we bij langs en lopen ondertussen tegen het prachtige Victoriaanse (?) treinstation aan. We maken foto’s en kopen een ticket naar Pukerangi voor woensdag. De dag dat we gaan starten met de Otago Central Rail Trail.

Naast het station ziet Nuttert een oude stoomtrein in een museum staan. We moeten naar binnen om deze van dichterbij te bekijken. De man bij de balie gaat er vanuit dat we het museum willen bezoeken en we krijgen een plattegrond in onze handen geduwd. We zijn in het Ortago Settlers museum, blijkt. Omdat het gratis is lopen we maar verder. Uiteindelijk blijkt het museum een mooi historisch beeld te geven van het leven in Dunedin.

Na een kop (volgens Nuttert) echte koffie en een kleine lunch koopt Nuttert dan toch zijn Nieuw Zeelandse shirt. Nicole ziet wel een paar mooie, maar ze hebben niet de juiste maat. Het volgende wat geregeld moet worden is de Tour naar de albatros kolonie. Dit regelen we snel bij de I-site. Op de terugweg naar ons appartement lopen we nog bij een fotozaak binnen om een beter bandje te kopen voor ons fototoestel.

We doen boodschappen en maken ‘thuis’ ons eten. We kijken naar de film Apocalyps Now op de tv, terwijl we in de laundry van het complex onze was draaien. Helaas blijkt de droger niet goed te werken, waardoor we nog na middernacht bezig zijn om onze was op te hangen.

Wilderness Tour – dinsdag 8 januari 2019

Vandaag gaan we een georganiseerde Tour doen op de peninsula van Dunedin. Daar is een albatros colony te vinden wat heel bijzonder is, want de enige in Nieuw Zeeland aan vaste land. Het busje vertrekt pas om 15.30 uur dus in de ochtend hebben we tijd om 1) mijn fietsbroek en de tas voor het vliegtuig te laten repareren 2) een kopje koffie te drinken 3) bij het reisbureau (House of travel) onze vlucht naar Japan en vervolgens Amsterdam te regelen 4) een jurkje te kopen 5) het steilste straatje van de wereld te bezoeken 6) een stukje in de botaninische tuin te wandelen en 7) snel een patatje te eten.

Na deze volle ochtend/middag ploffen we in het kleine tourbusje. In totaal zijn we met z’n 18’en en 2 gidsen. De peninsula is prachtig. We rijden over hoge, kronkelige weggetjes met zicht op de Pacific Ocean aan de ene kant en de baai van Dunedin aan de andere kant. Het busje moet meerdere keren terugschakelen om de steile heuvels op te rijden. Dat klinkt niet altijd betrouwbaar, maar het ding blijft rijden.

Eerst rijden we langs enkele ondiepe wateren waar onze gidsen Lauri en Shaun ons enkele watervogels aanwijzen. Veel daarvan hebben we in de afgelopen weken al eerder gezien, maar nu krijgen we namen te horen en of ze inheems zijn of ingevoerd. De ingevoerde beesten werden vanwege 3 factoren naar Nieuw Zeeland gebracht door de Europeanen: “they looked good”, “they sounded good” of “they tasted good”. De inheemse dieren met name vogels waren geen predetors gewend, waardoor ze de mogelijkheid om te vliegen niet nodig hadden om te overleven. Toen er konijnen, ratten, wezels, possums en egels etc. ingevoerd werden hadden die vrij spel met de logge landvogels. Geen wonder dat een aantal vogels zijn uitgestorven of bedreigd worden.

Ons volgende bezoek is aan het albatros center. Na een film en uitleg gaan we naar de vogelkijkhut waar we zicht hebben op 2 broedende albatrossen. De gids vertelde dat een albatros zodra deze vliegt de eerste 5 jaar geen land nodig heeft en zijn tijd alleen op zee doorbrengt. Daarna komen ze terug naar Nieuw Zeeland om te socializen met andere jonge albatrossen. Vervolgens vormen ze paren voor het leven. Alleen als ze broeden hebben ze land nodig. Terwijl we luisteren zien we meerdere albatrossen langs vliegen. Omdat er weinig wind staat moeten ze hun vleugels bewegen. Magnifiek om deze enorme vogels rond te zien zweven.

Het volgende uitstapje is naar een zeehonden kolonie. Vanuit een uitkijkpunt kijken we van boven op de zeehonden. Er liggen tientallen volwassen zeehonden en ontelbaar veel jonkies. We zien dat ze gevoed worden en dat ze aan het proefzwemmen zijn in kleine gaten gevuld met water. Zo schattig.

Het laatste wat we doen is een bezoek brengen aan een strandje waar zeeleeuwen en de zeldzame geeloog pinguïns te zien zijn. De zeeleeuwen zijn niet schuw en we kunnen redelijk dichtbij komen. Dit strand is hun bed dus we moeten wel stil zijn. Helaas heeft een volwassen mannetje (zeeleeuw) bedacht om te gaan rusten op de plek waar de geeloog pinguïns normaalgesproken aan land komen. Dat is supergevaarlijk voor ze, omdat de zeeleeuw ze dan beschouwt als speeltje en er achteraan rent. Dat kan dodelijk aflopen. Elke keer als er weer een pinguïn arriveert is het spannend om te zien of ze het gevaar zien. Dan duiken ze weer het water in. Als we weg gaan staan er 4 pinguïns op het strand, stokstijf stil te wachten totdat de zeeleeuw verplaatst. We weten niet hoe dit afloopt…

In een uurtje zijn we terug in Dunedin en om 23.30 uur stappen we het bed in.

En het filmpje van deze week:

Week 9 – Alps 2 Ocean

Fietsen langs 4 meren (86 km) – donderdag 27 december 2018

In de ochtend, nadat we de tent hebben opgepakt, zitten we nog even met een kop koffie te genieten van het uitzicht op het meer; Lake Tekapo. Vandaag starten we dus met de trail ‘Alps to Ocean’. Op de bordjes afgekort met A2O. Sinds kort is er een alternatieve route bijgekomen en kun je nu ook starten bij Lake Tekapo. Officieel start de route bij Mount Cook, de hoogste berg van NZ, en word je met een helikopter naar de startplek gebracht. Dat kost natuurlijk ook wel wat, maar is dan ook weer een spectaculair begin van je fietstocht. Tja, dat gaan we dus niet doen. We blijven met beide benen op de grond.

De eerste 27 kilometers volgen we een kanaal tussen twee powerstations.
80% van de energie die NZ nodig heeft is duurzaam gewonnen. De stuwmeren zorgen voor een groot deel voor de electriciteit. We zien dan ook weinig zonnepanelen. Het kanaal verbindt Lake Tekapo met Lake Pukaki. Vlak voordat we bij Pukaki arriveren zien we nog een zalm ‘farm’. Er staan ook veel vissers aan de kant. Blijkbaar ontsnapt er nog wel eens een zalm.

Aan Lake Pukaki ligt ook Mount Cook. De hele bergketen die we zien hebben nog wel stukken sneeuw op de helling, maar Mount Cook is daarvan duidelijk de hoogste. Door het zonnige weer en het prachtige blauwe water met de imposante bergen is het een plaatje om te zien. We blijven nog een stuk langs de rand van het meer fietsen, waarna we afslaan naar Twizel.

In Twizel drinken we koffie met cake en doen we boodschappen. We zijn nu 57 km onderweg, maar besluiten toch nog 30 km verder te fietsen. De route is makkelijk te doen, de wind staat gunstig en de weersverwachting voor de komende dagen belooft niet veel goeds. We willen zaterdag in Omarama zijn om daar de storm af te wachten. We kunnen dus nu beter even doorfietsten.

De weg naar Lake Ohau is eerst weer langs een kanaal. Daarna volgen we een mountainbike-route langs de kant van het meer. Het is er opnieuw schitterend. Bij Lake Middelton, een naastgelegen klein meertje stoppen we bij de DOC camping. Daar zou plaats zijn voor 40 plekken, maar dat controleert blijkbaar niemand. Het staat er stampvol auto’s, caravans, tenten en allerlei andere aanverwante bouwsels. Het is chaotisch en het oogt wat slonzig omdat het gras hoog is. We kunnen gelukkig nog op een plekje staan, waar gisteren ook een fietster had gestaan. De auto wordt voor ons verplaatst. De man vertelt dat hij hier elk jaar komt en dan enkele weken.

Er is een toilet en kraanwater. Nuttert frist zich op door een duik in het meertje te nemen, Nicole maakt gebruik van het kraantje. We maken eten, drinken thee en genieten nog kort van een prachtige zonsondergang. De wind wordt echter steeds krachtiger.

Alps 2 Ocean deel 2 (51 km) – vrijdag 28 december 2018

De tent staat nog in de schaduw als we wakker worden. De wind is gaan liggen en de zon schijnt. We ontbijten met het uitzicht op het meer. Er zijn al wat bootjes op het water.

Rond 10.00 uur vertrekken we. Eerst ca. 5 km over asfalt, daarna wordt het gravel. We kleden ons beide om, het lijkt een warme dag te worden en we zijn te warm aangekleed. In de tijd dat we op de parkeerplaats staan fietsen ca. 15 mensen ons voorbij. De meeste zien we weer terug als zij vanaf de top op 900 meter weer terug rijden. Er zijn twee groepjes die ook de A2O trail doen. Twee Duitsers met bepakking en 3 Nieuw-Zeelanders met mountainbikes.

De weg omhoog is lastig, doordat er veel regen is gevallen de afgelopen tijd. Daardoor liggen veel stenen los en moet je steeds goed opletten bij het fietsen. Zeker als we steeds hoger komen en er geen hekje naast het pad is.
Heel langzaam, maar gestaag komen we uiteindelijk boven. Daar kletsen we wat met de twee Duitsers die koffie aan het zetten zijn en een wat oudere man die ons net had gepasseerd. De weg naar beneden gaat gemakkelijker maar is af en toe net zo slecht als de weg omhoog. Na 25 km zijn we beide kapot. Nuttert voelt zich niet zo lekker, mogelijk door het water van de camping. Dit hebben we wel gekookt, maar misschien niet lang genoeg.

We zetten door en uiteindelijk wordt het een asfaltweg. Daar is het lekker doortrappen. De Clay Cliffs slaan we over. De 20 extra km daar naar toe en weer terug hebben we geen energie/zin meer voor. In Omarama nemen we pauze bij het eerste de beste café. Daar komen we één van de Duitsers weer tegen, die zijn fietsmaat onderweg is kwijtgeraakt.

Op de Top Ten Camping vindt de dame van de receptie nog een plekje voor ons. Op dit tentenveldje staan ook de Duitsers en de 3 Nieuw-Zeelanders. Iedereen is het er over eens. Het was een pittige dag.

Alps 2 Ocean deel 3 (68 km) – zaterdag 29 december 2018

Om 8.00 uur is het nog behoorlijk rustig op de camping. Onze mede-fietsers zijn net aan het wakker worden. Wij gaan vandaag luxueus ontbijten met 10% korting bij Oasis. Dus snel onze tent opgeruimd en naar het ontbijt.

De trail volgt een echt fietspad bijna helemaal naar Otematata (wat een naam). Het gaat grotendeels naar beneden en fietst prettig. Vlak voordat we in het dorpje aankomen moeten we nog even hard werken een heuvel op. Daarna dalen we 3 km lang over asfalt. Nuttert schiet als een pijl naar beneden (max. snelheid van 60 km/u) Nicole is voorzichtiger en wordt door een racefietser ingehaald. We drinken koffie bij een foodtruck en doen boodschappen in een druk winkeltje waar vooral snoep, ijs en autoproducten te koop zijn.

Daarna gaan we richting de Benmore Dam. Deze steekt hoog in het landschap.

Nuttert staat in de buis zoals die gebruikt is voor de waterkrachtcentrale.

In een korte, maar steile klim komen we boven en rijden erover heen. Het verschil in waterpeil is gigantisch. En het uitzicht is groots. We volgen dan de waterkant van Lake Aviemore dat op sommige plekken vol staat met tenten, campers, auto’s en bootjes.

Bij een camping pauzeren we kort en dan is de verleiding groot om hier te blijven. Deze camping heeft echter geen douches, alleen toiletten en water dat je moet koken. We besluiten de gok te wagen en door te rijden naar Kurow in de hoop dat er op het holiday park nog plek voor ons is. De laatste 22 km voelen zwaar. Het is warm.

Vlak voor Kurow gaat ons fietspad nog omhoog en kijken we soms flink de diepte in. Op het holidaypark blijkt er eigenlijk geen plek meer te zijn op de camping voor een tent. Vanwege de paardenraces en de nieuwjaarsmarkt is het stampvol. Er staan bijna 1200 mensen op de camping, schatte de mevrouw. Er was nog één optie: de tourist flat.Een huisje met toilet, douche, keuken. Deze hebben we onszelf maar gegund. Nog verder rijden was geen optie.

Na de boodschappen, waar we wel 4 liter drinken kochten, aten we bij het huisje. Tot laat in de avond zaten we buiten op de veranda.

Alps 2 Ocean deel 4 (27 km) – zondag 30 december 2018

Het bleef ‘s nachts lang warm dus hebben beiden niet al te best geslapen. Maar een goed ontbijt in ons luxueuze verblijf vergoed alles! En we hoeven maar 30 km te rijden, dus kunnen het kalm aan doen.

We gaan voordat we op pad gaan eerst boodschappen doen. Wanneer we bij het “centrum” aankomen spreken we een Italiaan die leuke routesuggesties heeft. Ook ziet Nicole dat vandaag de bekende Kurow (paarden)races zijn en wil ze die eigenlijk wel bezoeken.

Bij een kop koffie overdenken we beide: we veranderen ons plan niet en gaan niet naar de races (die zijn ook al begonnen) en gaan ook niet via de Dansys pas.

De route leidt vandaag langs de rivier, waarbij ook zijstromen gekruist moeten worden. Door de vele regen van afgelopen tijd staat er veel water in, we houden de voeten dus niet droog. Maar het is warm dus niet al te erg. We worden ingehaald door de drie Nieuw Zeelanders die vandaag bij de camping bij het meer vandaan komen.

Begonnen we vanmorgen met een lekker briesje in de rug, halverwege is de wind in now time van noordwest naar zuidoost gedraaid, moet er toch nog gewerkt worden..

De camping van vandaag is een voormalig sportveld, waar we met 6 anderen staan. Ook Nathan, Sarah en Tristan (de 3 Nieuw Zeelanders) zien we hier weer. We praten elkaar even bij. Alle faciliteiten zijn op een basaal niveau aanwezig.

Nadat de tent weer staat gaan we Duntroon, bekend van de fossielen, bekijken. Naast het museum is er niet veel: een hotel in renovatie, een gesloten cafe, wat te koop staande huizen en de laatste originele smidse van Nieuw Zeeland.

Bij het koken in de keuken, het is inmiddels gaan regenen, spreken we lang met een Duitser die vanuit huis naar Singapore is gefietst en nu hier vakantie houdt. Indrukwekkend zo’n reis!

Alps 2 Ocean deel 5 (58 km) – maandag 31 december 2018 (oudejaarsdag)

Als we opstaan is het al bewolkt. De weersverwachting is al niet te best. We verwachten regen. Dus alle uren dat het droog blijft zijn we blij.

De route gaat eerst langs the Elephant Rock. Flinke rotsen die uit het landschap zijn gesleten. De route gaat verder door ditzelfde kalksteengebergte. We zien prachtige formaties, kliffen en uitgesleten riviertjes. De eerste 25 km gaat flink op en neer en is het hard werken. Vooral het wegdek is er af en toe slecht aan toe. Nuttert geniet van alle steensoorten en het ruwe landschap. We rijden op paadjes waar je met de auto niet kunt komen. Fantastisch gewoon!

Onderweg komen we geen dorpjes tegen. Ondertussen is de bewolking lager gekomen (of wij hoger?). De jas gaat aan. Pas na 42 km in Endsfield komen we het eerste cafeetje tegen. Daar maken we dan ook graag gebruik van. We nemen een half uurtje pauze en dan met goede moed fietsen we de laatste 13 km naar Oamaru. Helaas gaat het zachtjes regenen en hebben we tegenwind. De regen slaat onder de helm door in ons gezicht en ogen. De bril moet af, want door de druppels kun je niets meer zien. Kletsnat komen we bij het eindpunt aan en maken daar een foto.

Snel boodschappen gedaan en naar de camping. We hadden al gereserveerd! Bij de douches kom ik Sarah weer tegen. Ze vertelt dat je onbeperkt kan douchen en dat hebben we gedaan.

Na de douche kruipen we in onze tent. Het is kil buiten. We eten wat, lezen wat, drinken een wijntje en vallen in slaap. Vlak voor twaalven wordt Nuttert wakker en nog net op tijd kunnen we elkaar gelukkig nieuwjaar wensen. Er klinken 6 knalletjes en verder zijn er een paar groepen Nieuw Zeelanders die er een klein feestje van maken.

GELUKKIG NIEUWJAAR ALLEMAAL

Nieuwjaarsdag in Oamaru – dinsdag 1 januari 2019

We hebben een rustdag en Oamaru duidelijk ook. Rond 10.30 uur in de ochtend lopen we eerst bij de receptie langs om een Tour naar de blauwe pinguïns te boeken (de kleinste soort). Omdat Nicole graag premium klas zit kunnen we pas morgen terecht. Dus boeken we direct een extra dag op de camping.

In Oamaru zijn alle winkels gesloten, soms wel tot 7 januari. Ook veel restaurantjes en cafés zijn dicht. Op straat loopt hier en daar een verdwaalde toerist. Gelukkig komen we naast het “steampunck” gebouw een café tegen dat open is (en druk). We ontbijten hier en lopen daarna op de kade langs de haven. Er blijken nog originele, houten steigers te staan. We bezoeken aan het einde van de baai het bezoekerscentrum van de pinguïns

Selfie met pinguïn (zeker niet de blauwe, want daar is deze te groot voor).

en zien ons theater en de plek waar ze nestelen en aan wal komen.

Terug in het dorp zijn er toch een paar “giftshops” open gegaan. Nuttert koopt een T-shirt van A2O. Ook kijken we naar een nieuwe pet voor Nuttert. De tweede zijn we ook kwijtgeraakt. Oamaru heeft een oud wijkje van kalkstenen gebouwen. Dat geeft een prettig sfeertje, maar zal als het drukker is nog wel leuker zijn. We ontmoeten voor het laatst nog een keer de 3 Nieuw Zeelanders in een cafeetje. Ze hebben nog een week vrij. Tristan zou de A2O nog en keer willen doen en dan in 3 dagen. Sarah en Nathan gaan liever met de Mini nog een weekje trekken naar het zuiden.

We doen boodschappen, doen de was op de camping, maken het eten en zitten nog even in het donker te lezen. Nuttert wil nog even door het park om te kijken of we zijn verloren ‘buff’ kunnen vinden. We bezoeken nog de vogelkooien en gaan dan de tent in.

Lummelen (als een pinguïn) – woensdag 3 januari 2019

We (ver) lummelen de hele ochtend en een deel van de middag. We kletsen wat met een stel Nederlanders die binnen een paar dagen naar Nederland vertrekken. Hebben wij heimwee(?).

We hebben foto’s geselecteerd voor onze blog van vorige week. Op de huidige camping hebben we onbeperkt WiFi. Dus nu gaan we loos. Het blijkt lastig om de mooiste foto’s te kiezen. Er is zoveel moois!

In de middag bezoeken we het dorpje nog een keer. We drinken koffie bij een tearoom, waar je ook patatjes, scones, milkshakes, ijs, gebak en meer vette happen kunt bestellen. We lopen door naar Whitestone Cheese Shop/factory. Deze is helaas nog gesloten. We besluiten om een bezoekje aan het Steampunck HQ te brengen. Alsof je in de wereld van Mad Max ronddwaalt. We hebben daar ook nog een “matrix”-ervaring. In een kleine ruimte hebben ze alle wanden, vloer en plafond met spiegels beplakt. Er hangen strengen met gekleurde lichtjes. Je staat midden in een lichtspektakel. Heel bijzondere ervaring.

Terug bij de tent kleden we ons dik aan. We gaan vanavond de blauwe pinguïns bezoeken en het kan koud worden. Bij Cucina eten we heerlijk Italiaans (en duur). Daarna naar de pinguïns.

We hebben 50 dollar betaald om premium te zitten. Dat betekent dat we op een tribune zitten dichtbij de plek waar ze langskomen om naar hun nestjes te waggelen. De pinguïns komen na zonsondergang aan wal. Ze arriveren in ‘rafts’ met 6 of meer per keer. Tijdens een golf spoelen ze aan. Ondertussen communiceren ze met elkaar dmv een soort gekwaak om elkaar de plek te wijzen. Vanwege het rustige en warme weer zijn ze later dan anders. De speaker praat de tijd vol. Omdat de helft van de 400 bezoekers Chinees is, wordt het verhaal ook in het Mandarijn verteld. Iedereen wordt verzocht om op de plek te blijven zitten, stil te zijn, geen foto’s te maken en ook niet de telefoon te gebruiken. Dan na bijna een uur wachten verschijnen de pinguïns.

Foto van folder genomen

Helaas zien wij het aan wal komen niet. Maar opeens zien we boven de stenen uit de kopjes tevoorschijn komen. De eerste 8 pinguïns waggelen langs. Ze zijn ontzettend onhandig op het land en botsen tegen elkaar en struikelen en vallen om. We moeten er om grinniken. Het publiek blijft zich keurig gedragen ( wat ons ontzettend meevalt). Als er ca. 20 pinguïns zijn gearriveerd gaat de eerste groep toeristen al weer weg. In totaal zien wij meer dan 100 pinguïns langskomen. Het begint steeds meer naar vis en zoute zee te ruiken. De kleintjes worden gevoed in hun hokjes (niet te zien, maar wel te horen). Na bijna 2,5 uur moeten we vertrekken. Als we terug naar huis fietsen zien we hier en daar nog wat pinguïns op de kade arriveren.

Wat een ervaring en helaas geen foto’s ter herinnering.

En het filmpje van deze week:

Week 8 – Merry Christmas

Christchurch – Donderdag 20 december 2018

Wanneer we wakker worden is het (nog steeds) droog. Dat is mooi, kunnen we de stad goed bekijken. Na het ontbijt op onze kamer lopen we naar de botanische tuin. Onderweg lopen we nog bij de I-site langs om een stadswandeling op te halen.

Het is een mooie tuin, groot, en prima onderhouden. We doen inspiratie op voor onze eigen planten thuis. We komen ook in de Nieuw Zeeland sectie bomen en struiken tegen die we al in het wild gezien hadden, nu weten we hoe ze heten!

Hierna lopen we, terwijl het zo af en toe wat spettert, langs de rivier de Avon door de stad. Bij het boothuis lunchen we (en vergeet Nuttert zijn regenjas waarvoor we dus weer terug moeten) waarna lopen we verder. Na verloop van tijd komen we bij een deel van de stad waar alle huizen gesloopt zijn, alleen de tuinen en de wegen liggen er nog. Bij de aardbeving van 2011 is hier over een groot gebied liquefactie, bodemvervloeiing, opgetreden. Hierbij verliest de grond zijn sterkte en samenhang en gaat zich als een vloeistof gedragen: huizen, auto’s en dus ook mensen kunnen hierbij in de grond zakken. In deze Red Zone mag dus niet meer gebouwd worden.

Hierna lopen we weer terug naar het centum. Onderweg vragen we ons af hoe de stad er over 100 jaar uit zal zien en hoe het gewaardeerd wordt, waarbij we denken aan Napier wat in art deco stijl herbouwd is na de aardbeving van 1931. Veel wordt hier wel onder architectuur gebouwd.

Na nog even in ons appartement de route van de komende dagen bepaald te hebben gaan we uit eten bij een foodhall: de keuze is reuze en we komen uit bij Thais. Het blijkt veel voor weinig te zijn. Fijn, vaak is het hier net andersom…

Weer op pad – vrijdag 21 december 2018

Vandaag gaan we weer op pad, eindelijk weer een langere rit op de fiets; de route voor de komende dagen is vastgesteld: met een omweg naar Tekapo. En het weer lijkt ook mee te werken!

Eerst nog ff bij de supermarkt langs, en dan de stad uit. Op zich is dit wel allemaal via fietspaden, maar het duurt wel ff: na ca 20 km zitten we tussen de velden en is de leeuwerik weer onze achtergrondmuziek.

De wegen zijn wel wat saaiig, stukken van 15 km zonder bocht (pas op voor polderblindheid!!) maar de kruispunten zijn dan weer spannend. We passeren er zelfs één waarop 8 wegen aansluiten. Hier zijn we niet de enige die moeite hebben om de juiste weg te kiezen… En langzaam gaan we omhoog, door de wind in de rug verneem je het nauwelijks.

In Hororata is nog een cafeetje open dus daar gaan we nog voor een koffie. Nadat we weer op pad gaan ziet de lucht er dreigend uit en kort daarna begint het ook te regenen. En we moeten nog ca 25 km… In de regen komen we op de camping aan bij Raraika George en zetten snel de tent op. Het is een wat basic camping, er is alleen een heel beperkt keukentje. Maar het is er droog!

Nadat we gedoucht en gegeten hebben blijkt bij terugkomst de tent wel op een erg natte plek te staan dus toch nog maar verplaatsen.

Opklaringen en daarna onweer en regen (82 km) – zaterdag 22 december 2018

Boven verwachting staan we ’s ochtends op met een heerlijk zonnetje. We zien het uitzicht nu echt en kijken van hoogte op de kronkelende rivier. We doen rustig aan, hangen onze natte kleren te drogen en ontbijten aan de picknicktafel met uitzicht. De tent verplaatsen we naar een zonnig plekje. Rond 10.30 vertrekken we. Na de eerste 500 meter (we stijgen 34 meter) stoppen we bij de eerste parkeerplaats met een lookout op Mt Hutt en de prachtige Raikaia gorge.

Nog een stukje steil omhoog en daarna begint het grote afdalen naar Geraldine. Af en toe met een klimmetje. Na ca. 24 km zien we de lucht donker worden in de verte bij de bergen. We maken foto’s omdat het er zo prachtig dreigend uitziet. Vervolgens nemen we een pauze in een leuk cafeetje met lokale producten. Het begint al wat te spetteren, maar als we weer verder fietsen is de bui overgetrokken. Bij mount Sommers (7 km verderop) begint het weer te druppelen en horen we onweer in de verte. Snel trekken we nu onze regenjassen en broeken aan. Het komt even in ons op om nu al te stoppen bij de camping in dit plaatsje, maar we verwachten dat het een buitje is en met een snelheid van soms 25 km/uur en nog 49 km te fietsen denken we over 2 a 2,5 uur in Geraldine aan te komen.

Tja… en toen veranderde het weer extreem. We waren 10 km verder en de wind trok aan, de regen barstte los, het onweer donderde om ons heen en de wind veranderde van richting en werd een tegenwind. Nuttert reed fanatiek voorop en hield Nicole uit de wind. Zo fietsten we bijna 4 uur constant in de regen. En ook al was het een geleidelijke afdaling toch moesten we nog hard fietsen. De laatste 10 km ging erg moeizaam. We waren door en door verkleumd.

In geraldine holiday park (18.45 uur) was nog een tentplek over in een zompig grasveld. Nadat de tent stond gingen we lekker lang warm douchen. Schone, droge kleren aan en op zoek naar een restaurant. Gelukkig was de Village Inn nog open. Ondertussen was het opgehouden met regenen.

Geraldine – zondag 23 december 2018

Als we wakker worden horen we geen regen. In de nacht is het ook droog gebleven. Buiten is het nog wel fris. Nuttert wast onze natte kleren en daarna gaan ze de droger in.

We ontbijten in de keuken van de camping, maar hebben niet veel voorraad meer. De honger stillen we bij het Farmer Café ca. 3 km verderop. We fietsen de stijve benen wat los.

Dan volgt een bezoek aan het vintage Car museum, die volledig door vrijwilligers wordt bemand. We worden rondgeleid door een oudere man die trots vertelt over de oude auto’s, trekkers, naaimachines, landbouwwerktuigen, vliegtuigen en overige spullen.

Weer kort bij de tent bekijken we onze route voor de komende dagen en hoe en waar we de kerstdagen doorbrengen. Dat lijkt nog wat lastig te plannen. In ieder geval zorgen we dat we voor de komende dagen voldoende eten mee hebben voor het geval restaurants en winkels gesloten zijn de komende tijd.

We bereiden zelf het eten en drinken daarna nog een biertje.

Fietsen naar Fairlie (75 km) – maandag 24 december 2018

Nicole staat slecht gehumeurd op vanochtend. Er staat weer een lange tocht voor de boeg. En de fietsdagen op het Zuiderlijk eiland zijn nog geen groot succes geweest. Vandaag schijnt de zon en de verwachting is dat dit de hele dag duurt.

Na ca. 5 km komen we erachter dat we de verkeerde weg uit Geraldine hebben genomen. Gelukkig kunnen we via een gravelweggetje binnendoor weer op de route aansluiten, zo lijkt het. Helaas stopt de weg opeens bij een snel stromend riviertje. Aan de overkant loopt deze waarschijnlijk wel door, maar die weg zien we niet. Een nieuw-Zeelandse mountainbiker heeft de omgeving al wat verkend maar ziet ook weinig mogelijkheden om over te steken. We fietsen weer een stukje terug en belanden op de Seven Sisters road; de weg met zeven heuvelen. Het humeur van Nicole wordt er niet beter op.

Als we in Pleasant Point een kopje koffie drinken en we nog maar 43 km hoeven en het weer goed blijft verbetert dit gelukkig. We stijgen heel geleidelijk en de omgeving wordt steeds interessanter. Heuvels worden rotsachtiger. Fairlie, onze eindbestemming, is een plezierig plaatsje met aardig wat winkels. Er is zelfs een goed gesorteerde Four Square supermarket waar we nog tot 19.00 uur boodschappen kunnen doen. Bij de camping krijgen we twee handdoeken om te douchen.

Zo op kerstavond eten we pizza (zelf belegd) met een lekker wijntje. Er heerst een gemoedelijk sfeertje in de gezamenlijke keuken. We kijken op de iPad een aflevering van “ik vertrek”.

Eerste kerstdag – dinsdag 25 december 2018

Vanmorgen, na wat langer geslapen te hebben, doen we het eens anders: eerst alles inpakken en dan ontbijten. Tijdens het opruimen van de tent komt een Nieuw Zeelands stel op ons af met de vraag of zoe ons bij hun thuis een lunch mogen aanbieden. Omdat dit jaar hun kinderen ergens anders kerst vieren zijn ze naar de camping gegaan om reizigers uit te nodigen. Dat vinden we wel heel leuk maar gooit onze planning wel wat in de war, we zouden willen door reizen naar Lake Tekapo omdat vandaag de weg niet zo druk zal zijn. We accepteren hun aanbod en spreken bij hun thuis af.

Na een ontbijt in de schaduw bij de campingkeuken, het is al best warm, vertrekken we.

Murray en Bev wonen een stukje buiten Fairly, op de weg die we gisteren hebben gereden. Ze wonen op een schitterende plek! Murray was tot voor kort een schapenhouder, die de grond nu verleasd heeft. De getallen van oppervlakte grond en aantallen schapen zijn voor nl-begrippen gigantisch. Bev is fotografe van met name huwelijken.

Er sluit ook nog een Amerikaan aan, Mike ook een fietser. Hem hadden we in Geraldine al gezien maar nog niet echt gesproken. Voordat hij naar NZ kwam heeft hij eerst in Japan gefietst, zodat hij ons een mooi aantal tips kan geven!

Het eten is heerlijk, vooral de toetjes zijn heel feestelijk (en verrassend/lekker).

Na het eten laat Murray zijn bedrijf zien, we gaan met zijn 4×4 het land op en hij brengt ons naar de hoogste punt van zijn land. Hier hebben we een schitterend uitzicht en een goed gesprek over hoe je in het leven staat (als je ouder wordt).

Weer terug bij het huis komt Bev terug op ons plan om vandaag naar Lake Tekapo te gaan: vandaag is het nog mooi weer en daarmee nog zicht op Mount Cook. Morgen is er slechter weer voorspeld. Dus, om Mount Cook nog te kunnen zien, wil ze ons wel met de auto brengen. Tijdens de rit geeft ze nog de tip om Mount John te beklimmen, dat kan nog net voor het donker wordt en is een mooi uitzichtpunt. Bev zet ons, na nog een korte toeristische rondrit, met landschappen met veel lupines, af bij de camping en we bedanken hen voor deze geweldige dag!

Nadat we de tent opgezet hebben gaan we Mount John op, en inderdaad, een geweldig uitzicht met in de verte Mount Cook. We dalen na zonsondergang weer af naar de camping. Wat een onverwachte dag is dit geworden!!

Boxingday – woensdag 26 December 2018

We worden vroeg gewekt door de zon: ook vandaag belooft het een mooie dag te worden. Omdat de receptie van de camping toen we gisteravond aankwamen al dicht was (er was een systeem met plekken die nog beschikbaar waren) gaan we eerst de nacht betalen. Omdat we een dagje willen blijven hopen we dat het op dezelfde plek kan maar helaas… dus eerst de tent verplaatsen. Daarna gaan we in het dorp ontbijten, om vervolgens de boel te bekijken: het kleine kerkje aan het knalblauw meer en het standbeeld van de schaap-herdershond. Terug lopend via de stuwdam zien we een wandelroute door het achterland. Na eerst via nieuwbouw (aanzienlijk moderner dan op het noordeiland) te lopen komen we in het buitengebied met een overdaad aan lupines en bijen met rode klompjes stuifmeel aan de pootjes. Een schitterend gezicht! Op de terugweg worden we ingehaald door een regenbui.

In het dorp nemen we nog een kop koffie voordat we boodschappen doen, de komende dagen zullen we weinig winkels tegenkomen.

We hopen nog op een heldere nacht, waar we nu zitten is een van de 12 donkerste plekken op de aarde. Helaas zijn er op de camping wat te veel lampen, zodat we alleen de grotere stelsels (zuiderkruis, Orion, etc) kunnen zien.